Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

zondag 30 januari 2011

Dulce et decorum est

Ik zit alleen te eten, voor het venster van een fastfoodketen. Als kind vond ik mensen die alleen zaten te eten steeds enorm zielig. Ik heb het intussen nu al zo vaak gedaan dat ik daar absoluut niet bij stilsta, ook al omdat een fastfoodrestaurant per definitie een zielige plek is, of je er nu bent met vrienden of alleen. Ze zijn gemaakt om mensen niet te willen laten blijven plakken. Ik heb altijd een intens medelijden met de mensen die er moeten werken. God weet dat ze het gezicht van hun medemens gezien hebben, en dat dat gezicht vaak niet mooi is, tanden mist en stinkt naar onwelvoeglijkheid. Wat ben ik? Een man. Geen man is een eiland, zei John Donne. Waar is mijn eiland?

Er speelt een onbekende remix van "Mad world" van Gary Jules op de achtergrond. Een vreemde muziekkeuze om fastfood bij op te eten. Maar het blijft wel overal hetzelfde - McDonald's, Quick, Burger King of KFC zijn de rustige vastheden van het globale bestaan waar christendemocraten nog een puntje aan kunnen zuigen. Culturistos richten graag hun pijlen op dit soort symbolen van nivellering, omdat ze alles in zich verenigen wat zij haten - de snelle hap, het consumerisme, de grootste gemene deler en de massabudgetten die dagelijks door de kassa's van dergelijke giganten vloeien. Maar als mensen plots zouden beslissen van er niet meer te komen, zouden die bedrijven allicht ook hun strategie veranderen. Het verzet is zwak. Intussen brandt Egypte en wankelt het regime van de farao. En België blijft barsten met het tergende slow motion van twee continentale platen die elk jaar een paar millimeter verschuiven.

Ik zou zeggen, denk ik, terwijl ik mijn vette vingers afveeg aan een stuk papier, dat mijn zorgvuldig gecultiveerde en op temperatuur gebrachte kamers waar het aangenaam verblijven is met vrienden, mijn vaderland vormen, mijn eiland. Anderen klampen zich met de moed der wanhoop vast aan de romantiek, de nederlagen en de ongetwijfeld glorieuze, toekomstige overwinningen van hun stam. In de neotribale samenleving zullen er ook nog platte symbolen van globalisering zijn. Het is zelfs één van de redenen dat dit land ondanks alles blijft draaien. Er staat nog geld op de rekening, bedrijven werken verder en agenten schrijven nog steeds geestdriftig bekeuringen uit. Maar waarheen gaan we nu echt? Ik ga op zoek naar kleren (confectie, dat spreekt), en België weet eigenlijk niet eens waar het naar op zoek is.

Misschien word ik volgend jaar of binnen tien jaar wakker in de Republiek Vlaanderen. Ik zal het niet vieren. Ja, velen zullen zich in de handen wrijven dat we verlost zijn van het Waalse profiariaat en het vreselijk knullige Nederlands van Elio Di Rupo, maar het was voor beide landsdelen al jaren een gemiste kans tot verrijking. Nee, ik geloof niet in het oude België met zijn hang naar francofilie en affairisme, maar in het zelfgenoegzame, volgevreten Vlaanderen met zijn schrille burgermannetjes geloof ik al evenmin. Ik ben alleen maar Vlaming omdat anderen dat zo willen zien. En uiteindelijk ben ik zelfs ik niet, maar dit is geen dag voor ontologie. Ik betaal voor mijn sweaters en duik de kou in van de drukke Veldstraat.

Opnieuw zie ik al die vertrouwde winkels de revue passeren. Allemaal zijn het filialen van kledings- en mediagrootmachten, en dit zijn hun koloniale uitposten waarmee ze de inboorlingen lokken. De mannenmode voor het voorjaar wordt blijkbaar gedomineerd door pulls met enorm grote knoppen, en ik vind het lelijk, maar mijn eigen logica getrouw hou ik daar maar beter mijn mond over want ik heb van moderne mode al evenmin verstand als een cementeerder iets zinnigs te zeggen heeft over poëzie. De media lieten zich erg schamper uit over het volksprotest uit machteloosheid, want ja, datzelfde radeloze volk had er in de eerste plaats voor gezorgd dat die vermoeide en vermoeiende politici aan tafel moesten gaan zitten. Maar het waren ook de media die de verkiezingen mee gestuurd en bepaald hebben, en de kans die er misschien jaren geleden geweest is om beide landsdelen naar elkaar te laten toegroeien, veronachtzaamd hadden. Wiens schuld is het? Is het belangrijk?

Alles is gedistribueerd en verspreid - schuld, consumptie, verantwoordelijkheid en frietvet voor standaardhamburgers. We geloven niet in God die eindredacteur of aanstichter kan spelen. De zak met kleren weegt zwaar. Het is vaak erger om slecht na te denken dan het helemaal niet te doen, denk ik, en in diezelfde gedachten is er een klein kind dat stil een rouwproces houdt voor het idee van een vaderland.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten