Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

dinsdag 6 maart 2012

Vijfentwintig bekentenissen

.
1. Er gaan in elke mens miljoenen andere mensen schuil. Alleen is het naar boven halen van die andere mensen zo’n tijdrovend en drainerend proces dat waanzin bijna automatisch het gevolg moet zijn.

2. Ik stoor me niet zo aan mensen die niet veel weten of niet erg intelligent zijn. Ik stoor me veel meer aan mensen die zich voortdurend met dat soort mensen omringen om er zelf slimmer uit te komen.

3. Sentimentaliteit is weerzinwekkend omdat ze zo herkenbaar is – wat op zich weer een weerzinwekkende uitspraak is.

4. Verstandige mensen zijn in staat tot dingen die dommer zijn dan de domste mensen voor mogelijk houden.

5. Vrouwen die na hun tienerjaren paardenposters aan hun muren hangen hebben, vind ik op voorhand al verdacht.

6. Eén van de meest therapeutische activiteiten ter wereld is een lang, heet bad nemen met een boek dat niet te zwaar weegt, een glas ijskoude vodka en twee sigaretten. Mijn huisgenoten haten dit en ik kan me ook geen partner voorstellen die het me zou toelaten, dus geniet ik nog meer van het heimelijke aspect ervan.

7. De apocalyps is altijd iets voor morgen.

8. Onlangs verdwaalde ik in de metro en kwam ik via een lange tunnel uit op een leeg perron waar een gigantische dikke Boeddha met een zwarte baard zat te mediteren. Hij vroeg wat hij voor mij kon doen en ik vroeg hem om advies. Hij moest zo onbedaarlijk lachen dat ik er zelf van moest lachen, en ons gezamenlijk gelach leek even het perron, de pilaren en de tunnels zelf te doen trillen. Toen de lachbui over was keek hij me welwillend aan door samengeknepen ogen, met zijn vette gezicht in de meest kalme plooi die ik ooit gezien had, en zei hij dat als ik honger had, dat ik moest eten, maar dat het beter was om helemaal geen honger te hebben.

9. Een feit heeft altijd op z’n minst twee aan elkaar tegengestelde interpretaties.

10. Bestond er een spiegel van mij in vrouwelijke vorm, zou ik er nooit voor kunnen vallen. Op een keer zat ik op restaurant een meisje gade te slaan die enkele tafels verder zat, en hoe langer ik naar haar keek, hoe meer ik mijn eigen gelaatstrekken en lichaamstaal in haar begon te herkennen, en hoe meer ze me begon af te stoten. Vast een zus die ik nooit gekend heb. Van een geruststelling gesproken.

11. Mijn grote rosse kater begrijpt mij niet en erg slim is hij niet, maar ik geloof eigenlijk wel dat hij van me houdt.

12. Op een entertainende manier volslagen onzin verkopen, is een onderschatte kunst.

13. Er bestaan mannelijke, vrouwelijke, seksloze en getransgenderde talen en accenten. Ik heb voor mijn categoriseringswoede in die termen geen enkel excuus. Ik beheers één seksloze, één mannelijke en één vrouwelijke taal, en dat is alleszins al niet slecht.

14. Tweezaamheid is erger dan eenzaamheid.

15. Veel mannen zijn veel vrouwonvriendelijker dan dat ze van zichzelf denken. Daar vallen voornamelijk mannen onder die seksueel terminaal oncreatief zijn: de lamlendige routinedieren, de zachtsoppige, zelfomschreven romantici en tenslotte ook mannen voor wie seks alleen maar een verlengstuk kan zijn van porno. Een minderheid van vrouwen is eveneens vrouwonvriendelijk en beseft dit nog minder.

16. Ik vind mensen die spelfouten maken minder ergerlijk dan mensen die zich alleen maar kunnen uitdrukken in voorgebakken redeneringen.

17. Er is iets griezelig en deprimerend aan het universum waarin ‘F.C. De Kampioenen’ zich afspeelt. Geen enkel personage in die reeks had ambities die verder reikten dan de dorpskern, hun dialogen waren eendimensionaal en tot op het leesteken voorspelbaar, en ze waren gedoemd tot een zichzelf herhalend bestaan zonder de minste zelfreflectie. Mijn heimelijke angst is dat er zulke dorpen en gemeentes bestaan en dat ze bevolkt worden door dat soort Vlamingen, voor wie beperktheid een zege en een ideaal is. Dat de reeks sinds het vertrek van Jacques Vermeire ook alarmerend ongrappig was geworden, zal er ook wel toe bijgedragen hebben.

18. De meest aantrekkelijke vrouwen zijn vrouwen die net zelfzeker genoeg zijn.

19. In mijn dromen bestaan Brussel en Gent in alternatieve werkelijkheden, met andere stratenplannen, cafés en wijken, en toch ken ik er mijn weg net zo goed. Ik weet niet of ik mijn brein lui moet vinden dat het steeds diezelfde paden en huizen genereert, of dat ik het net een bewonderenswaardige truc moet vinden dat al die plaatsen ingevuld zijn. Over mijn vrienden droom ik zeer weinig – des te meer droom ik over kennissen of verhoudingen uit het verleden en de toekomst.

20. Mensen die echt grappig zijn, vallen uiteen in twee categorieën: mensen met een overdaad aan gevoelens die zichzelf in bescherming willen nemen met preventief cynisme, en mensen zonder gevoelens.

21. Toen ik vier jaar oud was, besloot ik om te testen hoe lang het mogelijk was om iets te onthouden, en besloot ik dat het tevens de eerstvolgende zin zou zijn die ik zou horen. Ik zat toen te kijken naar een aflevering van ‘Seabert’. De zin luidde: “Het was Panda.”

22. Kale mannen zijn fundamenteel onbetrouwbaar.

23. De mooiste dingen die ik ooit zag, ben ik waarschijnlijk al vergeten. De beste herinneringen zijn altijd momenten van een ongehoorde, gewenste normaliteit: alsof er net dan zoiets uitzonderlijks gebeurt, dat het een eigen leven begint te leiden.

24. Bepaalde lettertypes zijn sexy.

25. Het ultieme bewijs dat ik dezelfde genen draag als mijn moeder: toen we nog niet lang verhuisd waren naar ons tweede huis, probeerde ze een grote potplant op een paal bij de tuinmuur water te geven. Ze had niet gezien dat de plant van metaal was, waarop het ding prompt weg begon te roesten. Als klap op de vuurpijl: mijn moeder baatte een bloemenwinkel uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten