Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

donderdag 12 april 2012

Spoorslags

Een betere wereld, dat begint bij jezelf, gaat de oude wijsheid van monniken en lokale toogfilosofen. Als je aan jezelf wil werken, dan moet je vooral meer de trein nemen. Het openbaar vervoer krijgt de volle lading tegenwoordig: als boze reizigers zich niet opwinden over de zoveelste vertraging zonder aanwijsbare reden, als mensen niet boos zijn op de vakbonden die bij de minste aanleiding Brussel lamleggen, dan zijn het wel heethoofden die het personeel letterlijk de volle laag geven. Dat alles oogt niet fraai. Columnisten, de professionele herkauwers van deze tijd, maken daar graag analyses over - de verzuring, de verhuftering, het neoliberalisme, het tribalisme, het egoïsme en de migratieproblematiek, elk passeren ze wel de revue. Intussen doe ik hard mijn best daar vooral geen uitgebreide gedachten bij te hebben, omdat het toch niks oplevert.

Doordat ik een latere trein moet nemen, kom ik als ontheemd terecht in een te volle coupé. Tegenover me zit een dikke zwarte dame met een uitdrukking alsof het allemaal wel al gezien en gehoord heeft. Naast me zitten twee buikige West-Vlamingen van middelbare leeftijd onder het drinken van halve liters bier uitgebreid op te scheppen over bestuursposities hier en mandaten daar, en hoeveel onterechte winst men kan maken op bepaalde producten. Intussen probeer ik de eerste pagina's te lezen in 'Anna Karenina', een turf van een boek die me toch een klein beetje angst inboezemt, want wat als halverwege blijkt dat ik 'm saai zou vinden, slecht geschreven of dat ik plots vergeten ben waar het om ging? Mijn omgeving lijkt vastberaden me van dat lezen af te helpen, want even later stapt er een klas middelbare scholieren op. Het drama is tastbaar. Een kleine jongen met een hamstergezicht en een bril moet zich noodgedwongen bij de opscheppende West-Vlamingen gaan zetten, terwijl de rest doorschuift en schrille kreten uitwisselt.

Van medelijden en lawaai wordt het me te veel, dus ik ga elders zitten. Daar praat men met gedempte stem over de problemen bij de NMBS. Onontkombaar. Gisteren had ik de auto genomen, en scheurde ik voor dag en dauw als een maniak over de E40, en ook daar, op de radio, was er geen ontsnappen aan. Zinloos geweld is de term - alsof er zoveel zinvol geweld bestaat in deze maatschappij. Het is angstaanjagend omdat het iedereen kan overkomen. Ik denk terug aan Joe Van Holsbeeck, die het bezit van een armzalige mp3-speler moest bekopen met een dodelijke messteek, of die gast in Oostende die werd doodgestoken voor een sigaret. Telkens opnieuw kwamen dezelfde gesprekken op gang: rechts kraaide om meer repressie en proclameerde dat de apocalyps nabij was, links schoot uit z'n krammen over een sociaal afbraakbeleid en consumerisme. Veel is er sindsdien niet veranderd, dat is alles wat ik denk.

Naast me zit een man van mijn leeftijd nog te werken op zijn laptop, discreet met koptelefoon en alles. Ik heb altijd respect gehad voor mensen die zich op die manier voor hun werk willen inzetten. Het moet zijn dat ze het graag doen, en er is weinig mooier dan mensen te zien opleven in een passie, ook al zou dat voor mij iets abstracts zijn als boekhouden of wormen verzamelen. De trein valt stil. Hier en daar stijgen zuchten op. Rustig maar, je kan er niks aan veranderen. Ik ga me niet ergeren aan de ergernis van anderen. De gesprekken om me heen gaan intussen over andere zaken. Waar zit de conducteur, bijvoorbeeld (misschien wenend op een vuil toilet)? Ja Lydia, ik ga op tijd thuis zijn, maak u geen zorgen (Pierre bedriegt je, Lydia!). Drie collega's die onhandig met elkaar flirten en waar er maar één van het lijkt te beseffen. Heeft Peter dat echt gezegd (o ja)? Ik wenste dat ik was in m'n oren kon steken. Soms denk ik dat ik hyperakusis heb, maar dat klinkt ook weer zo hypochondrisch, om er nog een brok Grieks tegenaan te smijten en mezelf een pretentieuze lul te voelen.

Een Nederlandse collega vertelde me vandaag dat spoorwissels in Nederland op een soort gasvuur werken en in de winter steevast uitvallen. Ze wist dat ik dat niet geloofde maar hield voet bij stuk. Een andere collega geloofde niet dat ik een trein had gezien in de ondergrondse bij Merode. Ik heb me dat toch niet ingebeeld? Ik stop Tolstoj definitief weg. Het huwelijksongeluk zal voor morgen zijn. Eén seconde te laat besef ik dat het volkomen stil is en dat iedereen die daarnet nog zat te praten, mijn richting uit kijkt. Een oude vrouw glimlacht, een jonge Marokkaan bekijkt me vroom, en twee vrienden met dezelfde stoppelbaard lijken iets te zoeken in mijn gezicht dat een antwoord kan bieden op een existentiële vraag. Ik knipper met mijn ogen en besef dat ik in slaap was gevallen. Een stem kondigt aan dat we aankomen in Gent. Weer een dag gewerkt. Weer een dag geleefd en geslapen. Beetje bij beetje lukt dat, dat leven zonder ergernis. Als een enorme kraai daal ik af uit de trein, en tel ik mijn voetstappen. Er plakt een ballon tegen het dak van het perron. Boosheid is een ballon, heb ik ooit ergens geschreven om mezelf te kalmeren. Ik hoop dat de ballon niet hoorde bij de jongen met het hamstergezicht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten