Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

zondag 22 juli 2012

Lichtend pad

Het is al licht als ik naar huis ga. Het is een lange weg. Elk jaar maak ik mezelf wijs dat ik een normaal leven tijdens de vakantie zal kunnen combineren met de Gentse Feesten, en elk jaar ben ik volledig verkeerd. De voorgaande edities zijn dan ook alweer gereduceerd tot hun beste of meest onthutsende anekdotes. We weten allemaal dat gedachten niet lineair lopen. Ze maken sprongen, slaan zijwegen in of storten zich abrupt in een afgrond om er nooit meer uit te komen. Alleen bij het navertellen krijgen ze een schijn van logica.

De mooiste stukken van de weg terug is door de nauwe winkelstraatjes, als het feestlawaai langzamerhand wegsterft en plaatsmaakt voor verspreide mensen die kreunend op een drempel zitten, koppels die elkaar ondersteunen of de eenzame verdachte die zich nu pas richting Feesten begeeft. Niemand die de noodzaak voelt om met elkaar te praten, niemand die me lastigvalt met een idioot verhaal of uitgekiende geestigheden. Van ver horen voorbijgangers me al komen door het tempo dat ik er gelaarsd op na hou. Ik hou ervan. Ik ben hier. Ik ben onderweg.

De route leeft pas terug op aan het kleine rond punt tussen Overpoort en Sint-Pietersplein, waar 'De gouden saté', sinds enkele jaren met Julien en peter met kleine p samen op het uithangbord, nog mensen voorziet van een gefrituurd ontbijt. Een goeie hamburger smaakt op elk moment van de dag. We zullen na de Feesten weer zien of het klopt dat ik gewicht verloren ben, of dat de uitzondering van het voorbije jaar de nieuwe regel geworden is.

De Overpoort zelf ziet er nog meer als een uncanny valley uit dan anders. Hier en daar is een café open, voor de diehards die niet willen weten van feesten in het centrum, of de groezeligaards die blij zijn dat ze zich in intieme kring kunnen bezuipen. Ik voel meer misselijkheid dan dronkenschap, en dat is ook goed; anders durf ik wel eens dingen uitkramen of denken die instant vergeetbaar zijn, maar de dag erop toch aan m'n kop zijn blijven kleven.

Daarnet aan de tijdelijke houten toog in het Baudelo-park (dat ik eigenlijk alleen maar tijdens de Feesten bezoek) zag ik een jongere man flirten met een oudere vrouw door elkaar uit te lachen met hun leeftijd. Voordien had ik ook voorspeld dat ik maandag op de Feesten ging verschijnen terwijl ik choco zou eten uit een pamper. Naast mij waren er twee wildvreemden beginnen kussen. Een barvrouw gaf me voorrang omdat ik zo beleefd was. Je zou van deze met bier doordrenkte herinneringen kunnen zeggen dat ze kleine kiezels zijn in een grindpad vol feestimpressies, of dat ze samen een alcoholische zomeridylle schetsen van één van de meest vredige festivals in Europa. Het zijn vooral willekeurige herinneringen, lapjes stof die m'n hoofd aan elkaar heeft genaaid tot een vrolijk monster van Frankenstein.

Ik ben bijna thuis, maar het hele gebeuren gaat nergens naartoe. Vooral was ik vergeten hoe zeer de Feesten ook staan voor een gekke stagnatie. Alle andere plannen gaan in de diepvries (verven, meubilair, grote schoonmaak), voor quality time met vrienden is er weinig tijd, en over romantiek zullen we maar beter helemaal zwijgen. De van de pot gerukte gesprekken waarin een coherente zin vormen al reden is tot vrolijkheid, hebben zo hun charme, maar die vallen daar niet onder. Geef me nu maar een pen, een notablok en een fles water. Laat ik maar doen alsof ik stiekem nog altijd een asceet wil zijn, terwijl ik te hard geniet van tot m'n enkels in parkmodder te staan met twee glazen drank en mensen die moppen over onze moeders in m'n oor declameren.

Pas binnen is het volstrekt stil. De weg is met succes afgelegd. Niemand had weer iets zinnigs te zeggen, en dat was fantastisch.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten