Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

maandag 25 maart 2013

Protovision

Drie

Een ritmisch gekwetter vult de kooi van de wagen. Een gesprek helt over en weer en springt van onderwerp naar onderwerp terwijl de grijze hemel bij mondjesmaat sneeuw uitstrooit over de E40 richting Brussel. Een versie van een links cliché wil dat je drie progressieven bij elkaar moet zetten om een splinterbeweging te genereren, maar niks is minder waar. Van Gent tot Wetteren wordt gewikt en gewogen of de auto wel normaal rijdt, van Wetteren tot Aalst worden lezingen en panelgesprekken besproken, en voorbij Aalst zitten we in het domein van de psychopathologie.

Het is het soort ritten dat absoluut geen muziek nodig heeft als achtergrond omdat niemand zich onbetuigd laat in een gesprek. Lichten worden gezwind genomen, afslagen gaan als vanzelf en ook de smerige tunnels van Brussel worden er op de koop toe bij genomen. Brussel: altijd ambigu, soms springlevend, soms dreigend, hier en daar een glimp van grandeur, daar weer het ranzige broertje van Parijs, maar nooit minder dan imposant in zijn negentienvoudige schizofrenie. In achteruitkijkspiegels valt evenveel te beleven als door de voorruit. Het is treffend dat we de auto achterlaten in een hippe buurt waar een vervallen slager slechts door een steeg van een hip café gescheiden wordt, en waar een Vlaamse cultuurtempel gestut wordt door tippelende prostituees.

Twee

Ondanks de muziek, die zich met elektrische voelsprieten voorzichtig naar boven en achter beweegt door de kleine wagen, is alles om ons heen bevangen van stilte. Of beter: het is een moment om stil van te worden. Aan dertig kilometer per uur, niet meer, door een sneeuwtapijt rollen terwijl de vlokken als een onderbroken gordijn van zijde de auto tegemoet blijven komen. Er is nauwelijks licht, buiten wat schijnt uit het wit. De kaarsrechte straten, geflankeerd door keurige burgerhuizen, zijn verlaten. Dit zou het einde van de wereld kunnen zijn zoals afgebeeld op postkaarten. Maar naar wie zou je zo'n kaartje sturen?

Omgeving Leuven. Tankstations rijzen op langs beide zijden van de weg. De sneeuw heeft een statige loper uitgerold voor vermoeide reizigers. Het zijn momenten om elk apart stil te zetten, en de weinige woorden die gewisseld worden, lijken dat alleen maar te onderschrijven. Warp20, de verzamel-cd, doet zijn werk als dialoog met het landschap al voldoende. En wij zitten naast elkaar, van traag bewegend door rechte lijnen tot stilstaand in het duister. Een lampje brandt: er moet getankt worden.

Eén

De woede van de goden is nog niet gaan liggen. De E314 is een zwarte piste, en alleen de radio houdt de verloren chauffeurs hier nog onvermoeibaar gezelschap. Bruggen worden uitdagingen, de weinige andere sherpa's die door deze hels witte nacht moeten, zijn potentiële Ötzi's, obstakels en sneeuwmannen. Om de seconde moet er bijgestuurd worden om niet weg te glijden en als een stalen sneeuwbal ergens langs een vangrail te schrapen, en ik denk aan de berghut met benzine die nog op me wacht.

Aan het tankstation buiten Brussel dient weinig gezegd te worden door de bemutste en bejaste overlevenden van het spektakel van een late winter. Sneeuw danst en springt nog steeds onbekommerd voort, en ik heb mezelf beloond op proviand. Na het tanken trekt de auto eerst nukkig tegen, dan voorwaarts, dan zijwaarts en dan toch weer huiswaarts. Als een grijze pijl, een wazige vlek in een ruisnacht, schiet ik over vorst en hevig wit. En ik weet: vannacht zijn er geen doden gevallen en zullen er ook geen meer vallen. We zijn allen veilig en verwarmd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten