Over 'Onklare taal'

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de poëzieafdeling daarvan. Hier kan je zowel de laatste nieuwe gedichten als ook een selectie van oudere gedichten vinden. De weg een beetje kwijt? Deze link brengt je terug naar de homepage van 'Onklare taal'.

Overigens kan je hier gratis mijn poëziebundels downloaden in PDF-formaat: 'Epicentrum' (2012), 'Synaeresis' (2012), 'Subductie' (2013), 'Enceladus' (2015), 'Volterra' (2017), 'De snelheid van de duisternis' (2019) en 'Indiscrete wiskunde' (2021). Behalve 'Synaeresis', dat één verhalend gedicht is in twee delen, bevatten de anderen telkens een 30-tal geredigeerde en zorgvuldig geselecteerde gedichten, met duiding en een nieuwe indeling. In 2020 verscheen mijn debuutroman 'Fragmentariërs'. In 2023 bracht ik de opvolger 'Constellatie' uit.

donderdag 30 januari 2014

Les grandes marches

Het is de dag voor Gedichtendag als ik me bevind in de Video Palace onder de Kinepolis van Gent. Die dag noopt altijd tot een gedicht proberen schrijven, maar ik weet dat het niet voor vandaag noch voor morgen zal zijn. De poëzie is tijdelijk uitgeput, of beter, ingedamd, om de akkers wat te laten rusten. Poëtische beelden zijn er echter bij de vleet. Neem nu de Video Palace. Omstreeks 2004, toen videotheken al volop in achteruitgang waren, ging deze nog open in het kader van de architecturale omwenteling waar de Kinepolis zelf ook in begrepen zat. Van de bouwwerven die de buurt tussen het Kramersplein en de Kinepolis tijdens mijn studententijd onafgebroken in hun greep hielden, is nu niets meer te merken. Alles staat er vanzelfsprekend, zoals het zou moeten zijn, en ik moet m'n best doen om de schaduwen van stellingen, bouwkranen en bouwputten nog als transparanten over die plaatsen heen te leggen.

Ik waar rond tussen de geschrankte gangen van de goed verlichte videotheek, waar ik jaar na jaar steeds meer koopfilms en steeds minder huurfilms zie verschijnen, en de koopfilms nu in soldenbakken staan als sokken in een grabbelton van de Wibra. Het heet dat mensen van nu authenticiteit terug zijn gaan koesteren, zoals streekbieren, grootmoeders keuken, vinylplaten en kledij zonder gigantische labels, maar die hang naar authenticiteit heeft meer te maken met het opbouwen van een persoonlijkheid dan met echte commerciële overwegingen. Iedereen downloadt films. Waarom zouden ze dat ook niet doen? Ik ben nog altijd koppig naar de videotheek blijven gaan, simpelweg uit gewoonte, niet uit principe. Sommige mensen gaan mee met de mode, sommigen blijven iets doen tot het weer mode wordt. Al denk ik dat de videotheek de weg zal volgen van de handels in koloniale waren en de klassieke muziekwinkel.

Een nostalgicus ben ik niet. Ik laat de herinneringen komen en gaan als de getijden. Toen ik klein was, was de lokale videotheek een plaats waar ik graag naartoe ging om te staren naar al die covers van dikke VHS-cassettedozen met stoere mannen die wapens droegen, blinkende ruimteschepen, lachende families en tekenfilmfiguren. Omdat we thuis geen kabeltelevisie hadden, was ik bovendien vaak aangewezen op de videotheek om over bepaalde films en series te kunnen meepraten op school. Onze videoboer was een beminnelijke man, en bleek er later een dubbelleven op na te houden als de frontman van muziekgroep Arsenal. De uitbater van de Video Palace is voor zover ik weet geen geheime Bekende Vlaming, maar hij ziet er wel uit als een vermoeide rocker. Er komt een tijd dat mensen zullen lachen met films die zich afspelen in en rond videotheken en die als hippe plekken voorstelden, zoals we nu al lachen met whizz kids in media van de jaren '90 die trots hun baksteen van een gsm bovenhaalden en daarmee iedereen met verstomming sloegen.

Ik ga langs de nieuwe films, de genrefilms, opnieuw de koopjes. Er speelt op een aanvaardbaar volume industrial door de videotheek, en na tien minuten ben ik nog steeds de enige klant. Jelka vond het charmerend ouderwets dat ik bij het plannen van een avondje gezellig naar een film kijken, onmiddellijk sprak over de videotheek. Is dat dan iets van mijn generatie? In tijden waar mensen van allerlei leeftijd ridicule modetrends uit hun jeugd claimen als iets van hen, van hun jeugd, iets dat de jongeren van tegenwoordig niet verstaan, wil ik dat niet lichtzinnig gezegd hebben. Bovendien, wat is dat ook, mijn generatie? Het is gevaarlijk om te denken in generaties en veralgemeningen, maar voor zover die bijziendheid ons van nut kan zijn, val ik toch tussen twee stoelen. Volgens sommige sociologen ben ik een late Gen X'er, volgens anderen behoor ik tot de oudste Millennials. Ik deel niet het cynisme dat X'ers zou typeren en ik ben opgegroeid met computers, maar ik heb geen smartphone en word er nerveus van als werk en privé door elkaar beginnen te lopen. Zolang we ons maar uniek kunnen voelen.

Na lang dralen beslis ik om 'This Is The End' te huren en wandel ik nog één keer langs de vitrinekast waar poppetjes en merchandise uitgestald staan van tv-reeksen en sf-films. De onvermijdelijke Darth Vader is aanwezig achter dat glas, evenals een schaalmodel van de DeLorean uit 'Back To The Future'. De nostalgie-industrie is een melkkoe, en videotheken proberen in hun herfsttij nog een graantje mee te pikken, al is het duidelijk dat ze met hun uitgestalde waar geen Millenials proberen aan te trekken. De opmars van de X'ers, die het komende decennium zullen bepalen wat de canon is van de popcultuur, is nog altijd volop bezig, een last hurrah van de Boomers niet te na gesproken. En wat hebben ze geleerd? Niets, zo blijkt. Idolatrie voor de jaren '60 is vervangen door idolatrie voor de jaren '80. De politici van Gen X zijn voor het grootste stuk de spirituele erfgenamen van Reagan en Thatcher, helaas niet van Gorbatsjov of Mandela.

Voorbij de hoek van de laatste vitrinekast lonkt de ingang naar de discreet afgeschermde pornoafdeling. Ooit las ik ergens dat veel videotheken puur op porno overleven. Mij heeft dat altijd raar in de oren geklonken. Als er dan toch iets is dat je liever op je eentje downloadt, is het toch porno? Of nee, mensen streamen dat nu, zodat er geen sporen achterblijven. Ik weet dat er op mijn lidkaart van de videotheek porno staat - een studentikoze frivoliteit onder het mom van een filmrecensie met vrienden - dus wat mij betreft mag de wereld weten dat ik ooit 'Kleopatra, die schwanzgeile Königin' gezien heb. Ik ga naar de kassa om te betalen en laat de porno voor wat die is. Wie weet is het één van de laatste keren dat ik hier sta. Wel, poëzie is afscheid nemen. Dat is niet triest. Afscheid is aanvaarding, en poëzie is haar voetafdruk. De rocker achter de kassa straalt eenzelfde berusting uit. De dagen van de hippe meisjes met tatoeages en piercings die hier werkten, zijn definitief voorbij. De man lijkt me m'n eigen leeftijd: voelt hij net als ik ook de vreemde aantrekking en afstoting van de jaren '80-nostalgica die hier uitgestald staan, of denkt hij daar nooit over na?

Op weg naar buiten waait een gure wind, en ik besluit om langs de plaatsen te gaan van herinnering, over de Kattenberg, langs de mastodonten van de HoGent en de heraangelegde kasseibaantjes. Het is er zeer kalm, afgezien van een paar kuierende studenten en een auto die in de verkeerde richting de baan op hobbelt. Waarlijk, het verleden is hier vakkundig uitgeveegd. Ik verwonder me nog elke keer over hoe netjes er alles bij ligt, en verwondering, dat is belangrijk. Gebrek aan verwondering leidt tot bitterheid. Verwondering is soms ook verstrooidheid, en dan val je in een greppel. Ik bel Jelka op om de vangst van de videotheek te melden. "O. Die film heb ik al gezien." Wel ja. De volgende keer dan misschien toch downloaden. Ik en m'n onnozele poëzie van de gewoontes: ik vond het niet erg om daar drie euro voor neer te tellen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten